Jan Weeda stuurde mij onlangs een prachtig overzicht van alle door hem bekende Thomassen motoren die gecombineerd werden met Heemaf en Smit machines. Jan is een oud medewerker van de firma Thomassen (bijna 39 dienstjaren). Hij begon als tekenaar constructeur op de tekenkamer gasmotoren, toen ging hij naar de verkoop nieuwbouw motoren en zuigercompressoren. Daarna heeft hij zich bijna 30 jaar bezig gehouden met alles wat te maken had met de verkoop en engineering van onderdelen voor ombouw van bestaande zuigercompressoren en gasmotoren.
Dat betekende soms hele machines aanpassen, maar ook het vervangen van simpele onderdelen zoals pompen, smeertoestellen, kleine elektromotoren e.d. die niet meer te leveren waren. Op het laatst kende hij heel wat zuigercompressoren en motoren die geleverd waren. Er werden nog wel eens gegevens opgevraagd van oude motoren en zo kwam het overzicht van de Thomassen motoren tot stand.
Eerst een stukje historie over de firma Thomassen.
Als molenaarszoon kwam Geurt Thomassen (1857) uit Arnhem al vroeg in aanraking met techniek. Een molenaar was in die tijd namelijk een allround technicus, die zelf molenstenen behakte, hardhouten tandwielen maakte en te maken had met spekstenen lagers, zwiepende wieken en wisselende winden.Als jongeman werkte hij voor de spoorwegen, waar hij in aanraking kwam met stoommachines.
Rond 1883 besloot hij voor zichzelf te beginnen. In de Rodenburgstraat in Arnhem begon hij een smederij en reparatiewerkplaats. Hij richtte zich op twee vakgebieden waarvan hij het meeste wist: het molenaarsvak en de spoorwegen. Zo maakte hij o.a. bilmachines, waarmee de groeven in molenstenen gekapt konden worden. Hij was ook in staat om stoommachines te repareren en te vervaardigen. Zo kreeg hij ook regelmatig opdrachten van de spoorwegen voor reparatiewerkzaamheden. In 1892 vond Geurt in de persoon van P.W. van Rossum, een familielid van de beroemde Tabaks-fabrikanten, een investeerder. Daardoor kon hij het bedrijf uitbreiden en verhuisde toen naar de Weerdjesstraat 120 in Arnhem.
Fabriek Thomassen aan de Weerdjesstraat
In datzelfde jaar verhandelde hij voor het eerst een gasmotor en legde daarmee de basis voor de latere Motorenfabriek Thomassen. In 1893 kwam zijn 14-jarige neef Frits (W.G.F. Thomassen) in zijn huis wonen. Deze bleek leergierig en werklustig te zijn en was op jonge leeftijd technisch goed onderlegd. In 1896 ging Frits naar Engeland naar de motorenfabriek Ashton, waar hij de fijne kneepjes van het vak leerde. Deze opgedane kennis was later van groot belang bij de productie van de Thomassen motoren. In 1896 kwam het ontwerp van de 1e Thomassen gasmotor met een vermogen van ½ pk gereed. Deze motor werd voor 350 gulden verkocht. In drie daarop volgende jaren kwamen er liefst tien verschillende modellen van hoofdzakelijk horizontale gasmotoren op de markt, met vermogens variërend van 2 tot 25 pk.
Frits Thomassen Eén van de eerste gasmotoren van 0,5 pk
Thomassen motor type W20, 20 pk voor de eigen fabriek (1918) De foto hieronder is de nieuwe fabriek in 1926
Op 30 mei 1906 werd N.V. Machine- en Motorenfabriek Thomassen & Co opgericht. Echter winstgevend was het geheel niet, mede doordat er geen rekening was gehouden met tegenslagen. Men verkocht slechts een derde van het verwachte aantal motoren. De beurscrisis van 1907 en de depressie daarop zijn zeker van invloed geweest op de matige resultaten. In 1910 werd onder leiding van een bedrijfskundige een grondige reorganisatie doorgevoerd. Geurt kon echter niet wennen aan de nieuwe structuur en diende daarop aan het einde van dat jaar zijn ontslag in. Het bedrijf was hem ontgroeid. Hij zette een nieuw bedrijf op: de Machinefabriek G. Thomassen in de Rozenstraat in Arnhem (het gebouw staat er overigens nog). In 1928 is Geurt overleden. Frits Thomassen nam de leiding over. De reorganisatie die was ingevoerd wierp zijn vruchten af zodat er na 2 jaar al weer een bescheiden winst werd behaald. In de jaren daarop bewees het bedrijf dat ze flexibel was, want in 1e Wereldoorlog van 1914 tot 1918 werden er naast de minder bestelde motoren ook onderdelen voor mitrailleurs en freesbanken voor de artillerie inrichtingen gemaakt. Daarna namen de orders toe zodat er rond het jaar 1920 te kort aan ruimte kwam, wat leidde tot onwerkbare situaties.
Na eerst in Arnhem vergeefs geprobeerd te hebben om een stuk grond nabij het spoor te krijgen, week men uit naar een veel groter terrein in het dorp Rheden. Aangezien Rheden geen eigen postkantoor had, maar De Steeg wel, is de naam tientallen jaren Thomassen De Steeg gebleven. Het nadeel was dat het erg afgelegen lag, maar dat woog niet op tegen de voordelen van een spooraansluiting en de nabijheid van de rivier de IJssel. En 1922 verhuisde bedrijf naar de nieuwe hallen. Er was wel een grotere bedrijfsruimte, maar de orders bleven echter uit.
Hal I van de nieuwe fabriek (1926)
Reclame 15-12-1926, bron: De Leeuwarder Courant
Het tij keerde toen Shell een royaal pakket aandelen kocht bovenop het bestaande kapitaal. De productie nam weer toe, door o.a. grote orders van Shell voor door gasmotoren aangedreven zuigercompressoren voor de gasvelden in Nederlands Indië en Venezuela. Ook andere producten voor de olie-industrie werden gemaakt zoals pompen, residubranders, blikkenvulmachines, buizensnijders en later de bekende deep-well pompen en ja-knikkers voor de olievelden. Er werden zelfs 2 nieuwe hallen en een groot magazijn bijgebouwd. Begin jaren dertig waren uiteraard niet gunstig en er werden zelfs orders geannuleerd. In 1932 werden er zelfs tweehonderd werknemers ontslagen. Maar langzamerhand ging het weer beter.
Fabriek van Thomassen in begin jaren dertig Eén van de eerste pumping units (Ja-knikkers)
Tot 1931 had men uitsluitend horizontale gas- dieselmotoren gebouwd. In dat jaar kwam de eerste verticale dieselmotor van het type VO in productie. Dit was een langzaam lopende motor, die vooral geschikt was voor schepen en landinstallaties zoals waterpompstations en generator stations. In die jaren kwam Thomassen ook in contact met de firma Frichs in Ahus in Denemarken. Deze firma had zich gespecialiseerd in het maken van verticale snellopende dieselmotoren voor de Deense spoorwegen en stationaire installaties. Niet lang daarna volgde een licentie en de eerste motoren van het type Fa werden aan de BPM geleverd. Ook hadden de Nederlandse Spoorwegen belangstelling en werden er tot 1938 ongeveer 32 motoren geleverd voor motorrijtuigen van de types Fb en Fc. Verder zijn deze 3 type motoren toegepast voor aandrijving van generatoren van verschillende makelij waaronder Smit en Heemaf.
Folder vertikale compressorloze dieselmotor (1931). Bron: collectie Jan Weeda
Motor type 8VO met Smit generator Motor type 8Fb met Heemaf generator
Aan het begin van de 2e Wereldoorlog hadden de constructeurs van de Dienst Materiaal en Werkplaatsen van de NS al een ontwerp gemaakt voor een sterke rangeerlocomotief gemaakt. Het ontwerp was gebaseerd op de bekende Sik, maar dan alleen groter. De loc moest ook geschikt zijn voor lichte lijndiensten. Door de oorlog werd de fabricage pas gestart in 1947 en 1948 werd de hele serie 401-415 uitgeleverd. De motor was een 6-cilinder lijnmotor van het type 6Fa, met een continu-vermogen van 250 pk bij 800 omw./min. En een generator van Smit. Er was gekozen voor een dieselelektrische aandrijving omdat een mechanische overbrenging het nadeel had, dat ze bij hogere snelheden een groot aantal snelheidstrappen nodig had. Bij de dieselelektrische aandrijving drijft de motor een generator aan, die op zijn beurt weer stroom levert aan de tractiemotor. De tractiemotor is via een tandwieloverbrenging met de wielas gekoppeld.
Stork-Thomassen motor 10STT met Smit generator
Locomotief 401 met motor type 6Fa en Smit generator Motorcompressor aggregaten type 12 NaC
Na de oorlog moest alles weer opgebouwd worden en kwamen er dan ook grote orders voor motoren van o.a. de Shell, KPM, N.S. e.d. Ook Ja-knikkers voor de N.A.M. werden geleverd. Een nieuwe dieselmotor werd uitgebracht van het type Fe, een verdere ontwikkeling van de Frichs motor. Deze motoren zijn toegepast in schepen, landinstallaties en locomotieven. Verder werd er met Stork een nieuwe 2-takt dieselmotor ontwikkeld van het type SST. Ook deze motoren hebben dienst gedaan in schepen, landinstallaties en locomotieven.
Naast de dieselmotoren kwamen er ook grotere V-type gasmotoren met geïntegreerde compressorcilinders voor raffinaderijen van Shell en anderen. Begin jaren vijftig trok Shell zich terug, zodat Thomassen ook aan andere olie- en gasleveranciers deze units kon gaan leveren.
Dieselmotor 6Fe met generator van Heemaf
In 1955 verkreeg Thomassen een licentie van Carrier, later Elliott, voor het maken van centrifugaal compressoren. In 1958 volgde de licentie voor het bouwen van Westinghouse gasturbines. In 1966 kwam fusie met de Rotterdamse Droogdok Maatschappij en de Koninklijke Maatschappij De Schelde tot stand, waaraan later nog Verolme werd toegevoegd. Daar de Rijn-Schelde-Verolme groep een licentie kreeg voor General Electric Gasturbines en Thomassen al ervaring had op dit gebied, werd de licentie met Westinghouse verbroken.
Testen van een General Electric Gasturbine Barell centrifugaal Carrier compressor
In 1970 verlaat de laatste dieselmotor de fabriek. De concurrentie was te groot geworden. In 1982 wordt ook de productie van gasmotoren gestaakt. Vooral omdat raffinaderijen, door de steeds verder ontwikkelde processen, haast geen brandstofgas meer over hadden en dus moesten overstappen op duurder aardgas. Als belangrijkste aandrijving van zuigercompressoren had de elektromotor de gasmotor ingehaald. Ook hiervoor hebben Smit en Heemaf destijds wel elektromotoren geleverd
In 1983 krijgt RSV surseance van betaling en komt Thomassen weer zelfstandig te staan. In 1988 vervalt de licentie van de Elliott centrifugaal compressoren. In 1996 wordt Babcock volledig eigenaar van Thomassen, maar deze ging bijna failliet. Ook Thomassen kwam in moeilijk vaarwater. De licentieovereenkomst met General Electric werd in 1997 niet verlengd. Dit leidde tot het einde van het "oude" Thomassen. Het bedrijf werd uiteindelijk in vier levensvatbare onderdelen opgesplitst: compressoren, service voor heavy duty gasturbines, service voor aeroderivative gasturbines, en een fabriek voor onderdelenfabricage.
De compressorfabricage en service ging in 1999 verder onder de al bestaande naam Thomassen Compression Systems en werd onderdeel van de Citadel Holding van Frits Kroymans. In 2010 werd TCS overgenomen door de fa. Howden uit Schotland en heet nu Howden-Thomassen Compressors..
De onderdelenfabricage Thomassen Machining werd ook onderdeel van de Citadel groep en is nu onderdeel van de Osse Equipment Manufacturung Group
De service van de heavy duty gasturbines werd verkocht aan Babcock Borsig Power Service GmbH, maar kwam drie jaar later in handen van het Amerikaanse Calpine en is nu onderdeel van het Italiaanse Ansaldo. De service voor aeroderivative gasturbines werd wel door G.E. overgenomen en heet nu General Electric Europe B.V., maar sluit in 2015 helaas het bedrijf in Rheden.
Overzicht van Thomassen motoren met Heemaf generatoren:
Motor type |
Verm. pk |
Toeren omw. |
Aantal |
Motor Nr. |
Generator Type/kVA |
Serie Nr. |
Naar |
Bouw-jaar |
Opm. |
20 |
275 |
1 |
- |
- |
Eigen fabriek |
1918 |
|||
100 |
200 |
1 |
- |
- |
- |
Eigen fabriek Rheden |
1920 |
Laatste motor Arnhem |
|
4VO |
180 |
375 |
1 |
- |
- |
- |
BPM Ned. Indië |
1933 |
|
150 |
1000 |
1 |
- |
- |
Nederl. Bank Amsterdam |
1936 |
|||
35 |
1000 |
1 |
3094 |
GM 32 |
B.P.M. Tjepoe (Ned. Indië) |
1937 |
Voor |
||
35 |
1000 |
1 |
3096 |
GM 32 |
B.P.M. Pangkalan Brandan (Ned. Indië) |
1937 |
Voor installatie |
||
36 |
750 |
1 |
- |
- |
BPM Ned. Indië |
1938 |
|||
2Fa |
72 |
750 |
1 |
3305 |
DG 91-8 |
Dienst Zuiderzee-werken |
1940 |
Gemaal Lemmer |
|
6Fc |
150 |
1500 |
2 |
3322 3323 |
DG 101-4 |
1001812 1001813 |
Rijkswater-staat gemaal Jutphaas |
1939 |
In 1954 |
2Fc |
30 |
1000 |
2 |
3324 3325 |
DG81-4 |
804291 804292 |
Rijkswater-staat gemaal Jutphaas |
1939 |
In 1954 In 1958 |
225 |
750 |
1 |
3923 |
DG111-8 |
- |
De Nederl. Bank Rotterdam |
1955 |
Is eerst geweest |
|
180 |
375 |
1 |
4180 |
DG100-6 |
- |
Gemeente Beverwijk |
1952 |
Rioolzuiv. |
|
160 |
375 |
1 |
4181 |
DG100-6 |
- |
Gemeente Beverwijk |
1952 |
Rioolzuiv. |
|
300 |
1000 |
+ 6 |
e.a. |
DG101-6 |
- |
Shell Pernis |
1955 1956 |
Nood |
|
6Fe |
300 |
1000 |
1 |
4505 |
DG101-6 |
- |
Kon. Ned. Papierfabr. Maastricht |
1957 |
Nood |
6VaD |
1200 |
500 |
2 |
4812 |
DG153- |
Gem. Water- leidingen |
1964 |
||
4813 |
12 |
Amsterdam p. station |
|||||||
Amstel- |
Algemene opmerking:
Van de met blauw gemerkte motorentypen zijn foto’s of verdere gegevens beschikbaar.Door erop te klikken krijg je de betreffende foto te zien.
Type VO is oliemotor (diesel) en VG is gasmotor. De laatste kon op rioolgas draaien.
In de dertiger jaren heeft Thomassen ook nog proeven gedaan met een Ricardo motor. Er is een foto waarop deze motor staat met een Heemaf generator. Verdere gegevens ontbreken helaas.
Mocht u een aanvulling hebben dan hoor ik dat graag en plaats ik ze bij dit artikel. Binnenkort komt er ook een overzicht met fotomateriaal van Thomassen motoren gecombineerd met Smit generatoren. Deze komt te staan om mijn andere historische website www.willemsmithistorie.nl.
Fotomateriaal, A. Bouvet, W. Steffen en uit het archief van Thomassen. Overzicht en historie Thomassen, Jan Weeda.
Reacties mogelijk gemaakt door CComment