alt

Na de Tweede Wereldoorlog

Als gevolg van gebrek aan personeel werden enkele afdelingen van het bedrijf elders ondergebracht. Zo werd in Zwartemeer in de provincie Drenthe een fabriek in gebruik genomen voornamelijk gericht op het wikkelen. In 1961 volgde nog een uitbreiding waarmee het driemaal zo groot werd. Ook bij de telefoonmontage kwamen personeelsproblemen welke werden opgelost door een fabricageafdeling deels naar Coevorden te verplaatsen.

Naast fabricageruimten werd ook het kantoorgebouw te klein. In 1938 werd besloten een geheel nieuw kantoor te bouwen. Het gebouw staat nog steeds aan de Bornsestraat en wordt in de volksmond "de Locomotief" genoemd. Nu wordt het gebouw gebruikt door een aantal woningbouwverenigingen.

Heemaf kantoor aan de Bornsestraat 1943

Na de Tweede Wereldoorlog heeft Heemaf gekozen voor specialiteiten, als aanvulling op het normale programma. Voorbeelden daarvan zijn scheepsinstallaties voor draaistroom, elektrische kraanuitrustingen, het Heemaf No-breaksysteem voor ononderbroken stroomvoorziening en remmotoren. Ook werden energie-elektronika toepassingen voor de aandrijf- en regeltechniek ontwikkeld en op de markt gebracht. Het verlenen van diensten werd steeds belangrijker in de vorm van een projectenbureau en installatiebureau. Heemaf was in staat complete projecten, te ontwerpen, coördineren, uitvoeren en inbedrijfstellen. Deze projecten werden steeds groter en complexer. Voor problemen met geleverde installaties werd TDV opgericht, de Technische Dienst Verlening.

Na de Tweede Wereldoorlog richten de Nederlandse bedrijven zich als eerste op de wederopbouw van ons land. Het buitenland werd eerst vergeten. Maar na de opbouwperiode wilde men zich wel op het buitenland richten. Maar daarvoor waren de meeste Nederlandse bedrijven te klein voor en konden zij bv ook niet een complete installatie leveren. Er werd naar samenwerking en schaalvergroting gezocht. Buiten Heemaf om keken Smit Slikkerveer, Coq Utrecht, EMF Dordrecht en Smit Nijmegen naar een mogelijke samenwerking. Alle vier bedrijven binnen de elektrotechnische branche. Smit Slikkerveer ging echter dwars liggen. Hun aandeelhouders wilden geen aandelen Smit Nijmegen maar geld zien. In maart 1962 besloten Smit Slikkerveer en Heemaf tot een volledige samenwerking. In principe kocht Heemaf Slikkerveer.

Smit Slikkerveer grote motoren, scheepsinstallaties en tractie. Coq Utrecht hoogspanningsschakelmateriaal, EMF Dordecht kleine motoren en Smit Nijmegen transformatoren, draadfabriek en ovens.

Maar Heemaf was ook op ander gebieden actief.

  • stofzuiger
  • ventilator/verwarmingselement
  • compactus
  • sfeerverlichting
  • verkeerslichten

Heemaf verkeerslichten.

Heemaf verkeerslichten Den Haag / Spui
 

Heemaf verkeerslichten Den Haag / Spui 1933.

Reclame stofzuigers Heemaf 1938

Heemaf stofzuiger

Heemaf ventilator /verwarming.

Heemaf sfeerverlichting.

Al spoedig bleek dat de installaties kostbaarder en ingewikkelder werden en dat bedrijven de installaties zelf niet meer konden bouwen en onderhouden. Er werd steeds vaker een beroep gedaan op Heemaf. Een eigen montage- later installatiebureau zorgde voor het installeren en onderhouden in steeds meer bedrijven.

Exportmogelijkheden kende Heemaf ook maar deze waren zeer wisselend. Zodra een land in staat was zelf elektrische installaties te bouwen en te onderhouden werden door het bepalen van invoerrechten en later zelfs invoerverboden onmogelijk in deze landen verder te gaan. Om in Duitsland de S.K.A. motoren te kunnen verkopen werd er al in 1926 een bedrijf in Dortmund opgericht. Ook in België met de firma Kamps in Brussel werd al in de twintiger jaren van de vorige eeuw contacten gelegd.

In het verslag over het boekjaar 1951 zien we de wisseling in de directie. Ir. F.R. Willink is per 1 april 1951 afgetreden als directeur en benoemd tot lid van de Raad van Commissarissen. Hij wordt door Keus geroemd en stelde dat bij hun aanstelling in 1919 het net is als bij een goed huwelijk; je moet aan elkaar wennen. Juist die spanningen droegen er toe bij, dat er onderlinge waardering groeide, welke het gelukkig mogelijk heeft maakt, dat wij beiden een plaats bij de Heemaf konden innemen. Heemaf post december 1951 bezien over de 1200 serie. In 1952 kreeg Heemaf van de NS een opdracht voor het leveren van 100 diesel-elektrische locomotieven naar het standaardontwerp van Westinghouse/Baldwin in samenwerking met Stork en Allan. Dit ondanks grote concurrentie van binnenlandse (Smit Slikkerveer) en buitenlandse locomotief producenten. De aflevering zal plaatsvinden in de jaren 1955 t/m 1957. Een probleem is het verkrijgen van dollars om de licentie te kunnen betalen.

Luchtfoto Heemaf 4-10-1950, bron: Historisch Centrum Overijssel te Zwolle  / KLM

Ook voor het personeel, die in aantal steeds toenamen kwam er in 1958 een modern personeelsgebouw. Het had naast schaft- en waslokalen een zaal met een grote toneelaccommodatie en vergader- en lunchruimten. Voor het personeel was er een "doe het zelf werkplaats" en een doka in opgenomen.

Op 31 maart 1951 nam Ir. F.R. Willink afscheid als directeur. Bij zijn afscheid kreeg hij een zelfportret aangeboden te schilderen door een schilder naar keuze. Willink kreeg twee directeuren als opvolgers en wel Ir. F. Stapff en Ir. J.L.Bonebakker. Dit mede omdat het vertrek van Keus ook aanstaande zou zijn. Dat gebeurde op 30 april 1954. Willink en Keus lieten en gezond en prachtig bedrijf achter. Keus vertrekt in verband met het bereiken van pensioengerechtigde leeftijd per 30 april 1954 en krijgt ook twee directeuren als opvolger per 1 mei 1954 en wel de heren Ir. H.J. Bonebakker en Ir. J. van der Wateren. Joan Gelderman schrijft nog over de moeilijke periode die Keus en Willink hebben gehad in de periode van de Eerste Wereldoorlog en daarna. Maar ook de crisisjaren 1932 tot 1935 waren niet gemakkelijk, maar het lukte beide directeuren Heemaf tot verdere bloei te brengen. Keus wordt per 1 mei 1954 tot commissaris benoemd.

Jubileum  Keus 1919 - 1954
Feestelijkheden t.b.v. het afscheid Keus als directeur in 1954 (Hij was directeur van 1919 - 1954)

Na directeuren Keus en Willink

Verhaal over Compactus (volgt nog....)

Al in oktober 1945 worden aan de heren Ir. J.L. Bonebakker en Dr. Ir. F. Tollenaar onbeperkte procuratie verleend. Ir. F. Staff wordt dan tot fabrieksdirecteur benoemd. Zij zullen Keus en Willink opvolgen.

Overzicht directeuren Heemaf

  • 1894 - 1897 Hofstede Crull
  • 1897 - 1908 Hofstede Crull en W. Willink
  • 1908 - 1919 Hofstede Crull en W. Willink (Heemaf)
  • 1919 - 1919 maart tot mei Hofstede Crull, W. Willink, Keus en F.R. Willink
  • 1919 - 1919 mei tot december W. Willink, Keus en F.R. Willink
  • 1920 - 1951 Keus en F.R. Willink
  • 1951 - 1954 Keus, Stapff en Bonebakker
  • 1954 - 1956 Stapff, Bonebakker, Buttinger en van der Wateren
  • 1956 - 1963 Bonebakker, Buttinger en van der Wateren
  • 1963 - Ontstaan Holec (Hazemeyer en Heemaf)
  • 1963 - 1966 Bonebakker, Buttinger, van der Wateren, Alpherts en Labruyere
  • 1966 - 1967 Bonebakker, Buttinger, van der Wateren en Alpherts
  • 1967 - Bonebakker, Alpherts, van de Broeke, de Gooyer en de Vries

Heemaf Holectijd

Meer volgt..................

Comments powered by CComment

Mede mogelijk gemaakt door: 
  
     

De KB archiveert deze website als Digitaal Erfgoed in het kader van een charter van Unesco. 

Contact gegevens:

 

HOLEC HISTORISCH GENOOTSCHAP
Binnenvaart 15
6642 CT Beuningen (Gelderland)
E-mail: info@holechistorie.nl 
Mobiel: 06 19009274