Herinneringen aan een directeur.

Opgediept uit het geheugen van Hennie van der Sterren,
Ontwikkelingsmedewerker van de N.V. COQ sinds 13 januari 1958.

De directeur

Schilderij Hidde Nijland

Als de directeur oprichter van de N.V. COQ, de heer H.A.Hidde Nijland je nodig had, werd je door zijn secretaresse of door hemzelf ontboden. Zijn kantoor lag aan het einde van een lange kale gang, waar alleen een aantal kantoren op uitkwamen, met eiken deuren zonder ramen. De directie kamerdeur was aan het einde van die gang gelegen op de kopse kant gemarkeerd door een mooi glimmend belletje en een rood en een groen lichtje Rood licht betekende voor de werknemers: wachten en eerst bellen. Bleef het licht rood, dan had de directeur meestal niet zo'n goede bui en liet hij je wachten in de gang, waar iedereen je kon zien staan,niet tegenstaande het feit dat hij je zelf had opgeroepen. Werd het licht echter groen dan betekende dat dat je die deur door mocht, naar een hal met weer een bel en twee lampjes. Ook hier werden werknemers weer geacht te bellen en niet zomaar bij de directeur binnen te lopen. Ook hier kon het gebeuren dat het licht op rood bleef, maar je stond dan niet zo te kijk. Licht op groen betekende dat je verwacht werd en naar binnen mocht. Je kwam dan binnen in de directiekamer waar vlak voor het raam een groot bureau stond met haaks erop een enorme conferentietafel. De heer Nijland zat daar met zijn rug naar het raam achter zijn bureau meestal gehuld in een dikke rookwolk van een sigaar van eigen merk, een dikke "Coq" sigaar. 

Sigaar van Hidde Nijland

Werknemers die opgeroepen werden door de directeur moesten ter weerszijde van hem gaan staan en wachten op zijn vragen. In mijn geval betrof het meestal discussie over tekeningen die voor hem lagen en over nieuwe constructies of wijzigingen. Afhankelijk van zijn bui mocht je aan tafel plaats nemen en vroeg hij of je een koffie wilde en of je wilde roken. Dat betekende dat hij onenigheid had met de aanwezigen en van mij, in die tijd een jonge techneut, het verlossende woord wilde horen. Men kan zich voorstellen hoe ik me in zo'n situatie voelde. Mijn collega’s die allang binnen waren, en die ik zeer respecteerde, stonden al die tijd achter de tafel en kregen niets aangeboden en werden dan extra vernederd door de directeur met zijn voorkeursbehandeling aan mij. Men kan zich voorstellen hoe je je dan voelt en ook als je elkaar later weer tegenkomt in het bedrijf.

Hal directie
Hall directie. bron: Archief Coq Utrecht. 

In die tijd werd er zaterdagmorgen ook nog gewerkt (dit was nog de tijd van de 48 urige werkweek, zonder overwerkvergoeding) Vlak voor het einde van de werktijd, riep de heer Nijland dan steeds weer een groep mensen op om bij hem te komen en nieuwe constructies of wijzigingen te komen uitleggen. Dit waren uiteraard voor de genodigden weer staande sessies, maar ook nog een keer tot zo'n drie a à vier uur zonder eten. Dat je maag knorde was geen reden eten te laten aanrukken, zo was het leven nu eenmaal en plicht is plicht. Heden ten dage is dit alles onvoorstelbaar. Maar toen overkwam je dat en je wist niet beter want het was geen unicum dit gedrag van onze heer Nijland er liepen in Nederland honderden Nijlands rond.

Vergaderen bij de directeur thuis.
Als je het geluk had dat de directeur iets in je zag, dan werd je ook s'avonds bij hem thuis ontboden. De heer Nijland woonde in Laren,op een groot landgoed met huisnummer 11, op de weg naar Hilversum Dit lag redelijk afgelegen in het bos .Het huisnummer 11, herinner ik me nog goed omdat er bij de heer Nijland thuis een schilderij hing waarop een kabouter achter een dikke boom aan het graven was en die werd noelf genoemd. Op de vraag hoe hij aan de naam noelf kwam was het antwoord dat is een kabouter die op no-elf woont.In het huis zwaaide de butler annex privé chauffeur Johan de scepter. Johan was alom bekend en gerespecteerd, hij had een uitgestreken gezicht en een bekakte spraak. Hij liep door het huis in een zwarte pantalon en erop een rood-wit gestreepte gilet. De heer Nijland had als techneut interesse in alle hand technische mogelijkheden. Zo liep er door zijn huis een rails met erop een grote modeltrein. Als je aan het vergaderen was bij hem en het was tijd voor een consumptie werd de bestelling per trein doorgegeven aan Johan in de keuken. Koffie bracht Johan zelf en serveerde dat stijlvol met zijn uitgestreken gezicht goed in de plooi, was het borreltijd dan deed je pas echt mee als je slappe whisky dronk, en dat werd per trein aangevoerd. De slappe whisky betrof whisky op kamertemperatuur met een scheutje water zonder ijsblokken. Hoe je in Laren kwam, als je ontboden werd, interesseerde de heer Nijland niet, evenmin hoe je na afloop weer thuis kwam. Er was openbaar vervoer met een lage frequentie. Veel thuis sessies eindigden nadat de laatste bus vertrokken was. Johan kreeg echter nooit de opdracht mensen naar huis te brengen, dat was een zaak van eigen initiatief. We praten hier over de eindvijftiger c,q. de begin zestiger jaren, het auto bezit was eigenlijk nog alleen maar voor directieleden weggelegd en een paar gelukkigen, waar ik ook bij hoorde.

Mijn bezoeken aan Laren had ik meestal te danken aan gerichte vragen van de heer Nijland over technische onderwerpen waar ik dan eerst een studie van moest maken en die ik dan hem moest rapporten en later bij hem komen toelichten. Dat hield in dat je na de koffie het hele rapport mocht voorlezen. En tijdens dat voorlezen gebeurde het steevast dat de heer Nijland in slaap viel. Je voelde je enorm opgelaten en dan ging ik na enige tijd maar eens wat lawaai maken in de hoop dat hij wakker zou worden. Enfin na het slaapje ging je weer gewoon door of er niets gebeurd was en de heer Nijland zei er ook niets over. De volgende keren dat het weer gebeurde dacht ik, ik sla een paar bladzijden over en als hij wakker wordt ga ik daar verder. Maar Nijland was slim, als hij wakker werd zat hij eerst nog even diep na te denken en dan zei hij, tot dat punt heb ik het helemaal begrepen maar daarna is het me wat duister wat je precies bedoelt. Kun vandaar af nog eens beginnen. En weg was je tijdwinst en stond je zonder pardon weer met twee benen op de grond. De volgende keren kon je de trucs wel vergeten en kon je op zo'n moment beter wat langer genieten van de slappe whisky die aan het slaapje vooraf ging. Het zijn wel heel bijzondere ervaringen die je toch altijd zijn bijgebleven.

De nieuwjaars wens.
De tweede januari was altijd weer een memorabele dag. Dan was er toch een heel andere sfeer in het bedrijf. Iedereen gaf je een hand en wenste van alles toe wat men meestal weer in de kortste keren vergeten was. Het absolute hoogte punt was dat de heer Nijland, als hoogste baas, om 12 uur een nieuwjaarsreceptie hield waar het hele personeel welkom was, en wat bijzonder was dat je niet hoefde te bellen om binnen te mogen, je mocht zo binnen zonder kloppen. En als je dan in de directiekamer kwam, liep je eerst tegen zijn secretaresse op die je verwelkomde en aan iedereen een grote ""coq"" sigaar of een paar sigaretten aanbood. Bijna iedereen nam de gelegenheid te baat in het bezit te komen van zo'n grote directiesigaar, die was lekker voor thuis na het eten of bewaren voor een bijzondere gelegenheid. Daarna de directeur van dicht bij bekijken en hem een hand geven en niet meer precies weten wat je moet zeggen als nieuwjaarswens. Om te weten hoeveel mensen er geweest waren was dat eigenlijk eenvoudig een kwestie van tellen hoeveel sigaren er waren uitgedeeld.. En zo was het toch altijd weer een bijzondere dag voor het hele personeel, je directeur in een goede stemming ontmoeten en er nog iets aan over houden.  

De schilders
De heer Nijland hield er een aantal ondoorgrondelijke gewoontes op na. Zo kon hij zich ‘s-morgens in de montage melden en vroeg dan aan de baas een stoel. Die stoel liet hij neerzetten bij de schilders die de bakken waarin de schakelaars gemonteerd werden aan het schilderen waren. Van zijn aanwezigheid werd niemand vrolijk, want wat kwam hij in godsnaam doen. Hij zei de hele tijd dat hij er zat, geen woord en de schilders maar werken, geen tijd voor een boterhammetje of een sigaretje, tempo maken en vooral niets doen waar hij zich aan ergerde want je lag er uit voor je het wist. Enfin na een zo'n anderhalf uur stond hij op en ging naar zijn kamer. Grote opluchting bij de schilders, ze hadden nu de tijd om even het zweet van het voorhoofd te vegen, een boterhammetje te eten, een sigaretje te roken en even bij te komen. Na enige tijd gingen ze weer aan hun werk en een kwartiertje later kwam ook de directeur weer ten tonele, waarschijnlijk gesterkt door een kop koffie en een lekkere sigaar. Hij ging weer zitten zonder ook maar iets te zeggen. Na een tijdje riep hij de schilders bij zich en zei tegen hen, dat het hem was opgevallen dat hij eigenlijk nooit even weg kon gaan want voordat hij wegging werden er b.v. 4 bakken per uur geschilderd en toen hij weg was lag het tempo meteen op de helft, op mensen die zo werkten kon hij niet bouwen. Daarna trok hij zich terug maar deelde eerst nog een paar waarschuwingen uit. Deze zelfde bezoeken ook aan andere afdelingen waren berucht en kwamen meermaals voor en bezorgden menigeen grijze haren.

De KEMA proeven
De firma Coq had in tegenstelling tot de firma Hazemeyer niet de beschikking over een eigen kortsluitlaboratorium. COQ maakte voor alle kortsluitproeven gebruik van het kortsluitlaboratorium van de Kema. Tijdens een dagje Kema proeven was het een traditie dat als COQ kwam, er dan s'morgens koek bij de koffie was en er tevens sigaretten en sigaren waren voor het Kema en COQ personeel Om het verloop van de proeven in de opstellingsruimte goed te kunnen volgen ,stond je voor een smal raampje met heel dik glas. Daarvoor was een soort vensterbank waar je tijdens de proeven met je ellebogen op hing en om niet te laten merken hoe zenuwachtig je wel was, lekker wat stond weg te kletsen met elkaar. Als een proef goed ging was dat ook de plek waar je weer opgelucht adem haalde. 

 

Omstreeks 1960 was dit het enige kortsluitlab bij de Kema en heette lab I. Als ontwikkelingsmedewerker was dit voor mij een belangrijk en regelmatig werkterrein waar uiteraard ook de heer Nijland warme belangstelling voor had. Zodra zijn tijd het toeliet en de proeven belangrijk genoeg waren kon je rekenen op zijn bezoek. Dan kwam hij voorrijden in zijn grote Amerikaanse slee met Johan achter het stuur en een grote kist "Coq" sigaren op de achterbank. Iedereen in de houding en een tikje extra zenuwachtig. Bij de begroeting van de heer Nijland viel één ding iedereen onmiddellijk op namelijk dat hij zeer rijkelijk met het herenluchtje old spice of iets dergelijks was omgegaan.

Dit was naast zijn persoonlijkheid voor velen een reden om toch maar wat afstand te bewaren. De schakelapparatuur die beproefd werd was niet onder de indruk van zijn aanwezigheid en liet zich niet beïnvloeden hetgeen we allen door de kijkspleet konden waarnemen. Vlak voor vijven werd de laatste proef op die dag uitgevoerd en daarna volgde er nog een inspectie van het inwendige van de schakelaar. Dat waren momenten dat de heer Nijland nooit haast had en ook niet bij de discussie daarna, en dan tegen half zeven stelde hij voor om gezamenlijk nog een hapje te eten en hups daar gingen we met z'n allen nadat we eerst het thuisfront gebeld hadden dat het wat later werd. Aan Johan hebben we eens gevraagd waarom Nijland er voor zorgde dat het altijd tenminste half zeven werd voor het werk klaar was en hij voorstelde toch maar eerst te gaan eten, zei Johan desgevraagd: als de heer Nijland later dan b.v. acht uur thuis zou komen, dan vond hij de hond in de pot en moest hij alsnog ergens gaan eten en dat wilde hij voorkomen Zo zie je maar, dat ook een genie als Nijland iemand boven zich heeft staan, die de regels bepaalt, waaraan hij zich te houden heeft. 

Comments powered by CComment

Mede mogelijk gemaakt door: 
  
     

De KB archiveert deze website als Digitaal Erfgoed in het kader van een charter van Unesco. 

Contact gegevens:

 

HOLEC HISTORISCH GENOOTSCHAP
Binnenvaart 15
6642 CT Beuningen (Gelderland)
E-mail: info@holechistorie.nl 
Mobiel: 06 19009274